Een weersafhankelijke regeling op je cv-ketel

Heel wat recente CV-ketels werken met een weersafhankelijke regeling: die houdt automatisch rekening met de temperatuur buiten. Het vraagt dan wat extra aandacht om de temperatuur van je verwarmingswater manueel aan te passen. Vaak is daarvoor een professional of een installateur nodig. Is dat de moeite of niet? 

 

In het kort | Wat met een weersafhankelijke regeling?

Terwijl een kamerthermostaat een verwarmingsketel stuurt naargelang de temperatuur binnen, houdt een weersafhankelijke regeling ook rekening het weer buiten. Op basis daarvan stuurt de thermostaat de verwarmingstemperatuur aan.

De verwarmingstemperatuur verlagen met een weersafhankelijke regeling doe je door de stookcurve aan te passen. Dat is best gecompliceerd. Ondersteuning of een interventie van een professional is vaak nodig. Je moet zelf inschatten of je dat de moeite vindt. 

Wat is een weersafhankelijke regeling:? 

Een weersafhankelijke regeling - ook wel buitentemperatuurregeling of WAR genoemd - regelt automatisch de temperatuur van het verwarmingswater op basis van de buitentemperatuur. Het weer of de buitentemperatuur speelt dus een doorslaggevende rol. Het is dan niet (enkel) de kamerthermostaat die beslist wanneer je ketel aanslaat, maar hoe koud of warm het buiten is. 

De buitenvoeler

Een buitenvoeler meet de buitentemperatuur. Meestal hangt die aan de noordkant van de gevel, zodat er geen rechtstreeks zonlicht op schijnt. 

Op basis van de gemeten buitentemperatuur - vaak is dat een gemiddelde van enkele uren - wordt de gewenste aanvoertemperatuur van je verwarmingssysteem berekend. De aanvoertemperatuur is de temperatuur van het verwarmingswater dat naar je vloerverwarming of radiatoren gestuurd wordt door de ketel. 

De stooklijn

De aanvoertemperatuur is dus niet vast, maar hangt af van de buitentemperatuur. Hoe warmer het buiten is, hoe lager de temperatuur van je verwarmingswater zal zijn. Hoe kouder, hoe hoger de aanvoertemperatuur.

Op die manier ontstaat er een stooklijn, of ook wel de stookcurve of verwarmingscurve genoemd. Het is een wiskundige functie die aan elke (buiten)temperatuur een specifieke temperatuurwaarde toekent. Bij 0 °C buitentemperatuur is de aanvoertemperatuur bijvoorbeeld 40 °C, bij -5 °C is de aanvoertemperatuur 44°C, enzoverder. 

Deze stooklijn kan ook grafisch worden weergegeven. Zo kan je precies zien wat de gewenste temperatuur van het cv-water moet zijn bij een bepaalde buitentemperatuur. 

De stooklijn heeft twee punten:

  • Het voetpunt: de gewenste cv-watertemperatuur bij een buitentemperatuur van + 20 °C.
  • Het eindpunt: de gewenste cv-watertemperatuur bij een buitentemperatuur van -10 °C.

In de praktijk gaat dit als volgt: 

  • Als het buiten geleidelijk kouder wordt,  stuurt de weersafhankelijke regeling de verwarmingstemperatuur bij naar boven.
  • Als de buitentemperatuur stijgt, dan wordt aanvoertemperatuur weer verlaagd.

Een stooklijn met juiste hoogte en helling 

De juiste stooklijn is afhankelijk van vele factoren en is niet voor elk gebouw hetzelfde. Naast de gewenste temperatuur in de ruimtes en de buitentemperatuur, spelen ook de het type ketel en de isolatie van het huis een rol. Hoe beter de stooklijn afgestemd is op maat van jouw woning, hoe zuiniger je zal verwarmen. 

Je kan je stooklijn zelf afstemmen, maar dat is niet eenvoudig. Daarbij moet je vooral letten op de helling en de hoogte van de stooklijn:

  • De helling van de curve vertelt hoeveel de aanvoertemperatuur moet veranderen ten opzichte van de buitentemperatuur. Bij een minder goed geïsoleerde woning is de helling steil, omdat de ketel aanzienlijk meer moet presteren als de buitentemperatuur daalt. Als je woning daarentegen goed geïsoleerd is, zal de invloed van de buitentemperatuur op je warmteverliezen minder groot zijn. Zelfs als het buiten vriest, is een lage aanvoertemperatuur voldoende. De stooklijn zal een stuk vlakker zijn. 
  • Niet enkel de helling van je stooklijn is bepalend, ook de hoogte (niveau). Pas je de hoogte aan, dan schuift de hele stooklijn op. Ofwel naar boven ofwel naar onder. Hierdoor verhoog of verlaag  je gelijkmatig de aanvoertemperatuur, en zal de ketel met een hoger of lager vermogen verwarmen. 

Een simpel voorbeeld uit de praktijk: als het altijd een beetje te koud is in je woning, kan je de stooklijn naar boven corrigeren. Hierdoor zullen de stookkosten wel verhogen, maar je krijgt meer comfort in de plaats. Anderzijds: als het altijd te warm is in huis, kan je de stooklijn naar beneden verschuiven. 

Zelf je stooklijn verlagen? 

Het instellen van de stooklijn is best complex. Je moet goed weten wat je doet. Niet elke ketel is hetzelfde. Bovendien hebben heel wat ketelfabrikanten hun interface zo opgebouwd dat enkel hun installateurs de stooklijn kunnen aanpassen. Daarom is ons advies bij Zet ‘m op 50 om enkel de stooklijn aan te passen als je heel goed weet wat je doet. Anders raden we het sterk af. Je kan steeds een installateur erbij roepen. Maar die hebben het vaak druk en hun interventies zijn niet gratis. In de praktijk merken we dat dit voor velen geen optie is. 

De meest zuinige stooklijn: vrij vlak en laag

Hoe vlakker en lager de stooklijn, hoe zuiniger je verwarmingssysteem. Bij een nieuwe ketel staat de stookcurve meestal op de fabrieksinstelling. Die curve is vaak te hoog en te steil. Aangezien er geen manier is om de curve eenvoudig te berekenen, ben je afhankelijk van trial and error. Je verlaagt geleidelijk aan de curve, waarbij je de temperatuur in huis opmeet. Als het te koud wordt, weet je dat je de curve niet verder kan laten zakken, en je best terug een graadje hoger instelt. Belangrijk is dat je voordien goed je thermostatische kranen ingeregeld hebt op de gewenste kamertemperatuur. 

Verandert je stookcurve bij een renovatie?

Als je je woning (gedeeltelijk) energetisch renoveert - bijvoorbeeld door het vervangen van ramen of het laten inblazen van muurisolatie -  dan pas je best ook je stookcurve aan: lager en minder steil. Ook dat is een proces van trial-and-error. 

Enkele tips:

  • Als je woning altijd te koud is, moet je de hoogte van de stooklijn stap voor stap verhogen.
  • Indien het huis daarentegen altijd iets te warm is, moet je de hoogte naar beneden corrigeren.
  • Als het huis alleen in de diepste winter te koud is, moet je de helling van de stooklijn steiler instellen en de hoogte verlagen.
  • Indien het huis alleen in de herfst en het voorjaar te koud is, moet je de hoogte verhogen en de helling iets lager instellen.
  • Omgekeerd moet je de hoogte verlagen en de helling verhogen als het te warm is in de overgangsperiode en juist genoeg is in de winter.

Weersafhankelijke regeling met ruimtecompensatie

Sommige moderne ketels hebben niet alleen een weersafhankelijke regeling, maar nemen ook de kamertemperatuur mee in de berekening van de stooklijn. In de kamerthermostaat zit dan een voeler. Dat heeft als voordeel dat er rekening kan worden gehouden met externe invloeden, zoals zonnestraling of de warmte van veel aanwezige mensen.