Na rekeningrijden, nu ook rekeningwonen?

Hoe dichter je bij de stads- of dorpskern woont, hoe minder je woning kost aan de maatschappij. Volgens een nieuw voorstel in het Vlaams Parlement zou dit beloond mogen worden met een fikse verlaging op je belastingbrief. Zo hoopt men centrumwonen aantrekkelijker te maken, te besparen op nutsvoorzieningen en groen meer ruimte te geven. Volgt na het rekeningrijden, nu ook rekeningwonen?

Belastingverlaging voor centrumwoningen

In het voorstel staat dat gemeentebesturen de opcentiemen op de onroerende voorheffing zouden kunnen verlagen in centrumwijken. Nu is dat tarief voor iedereen in de gemeente hetzelfde, waar je ook woont. Woon je in het centrum, dan kan het verlagen van die belastingen op huizen en appartementen je al gauw enkele honderden euro’s per jaar besparen.

Op zich is het logisch dat centrumbewoners minder belastingen betalen, want ze kosten de overheid ook een pak minder. Lintbebouwing en verspreide, afgelegen huizen brengen heel wat meerkosten met zich mee: bijvoorbeeld voor de postbedeling, voor onderhoud van de straten, voor leidingen voor water, gas en elektriciteit, en ook wat betreft riolering en waterzuivering.

Rekeningwonen

De cijfers tellen al gauw op. In woonlinten is een afstand van 20 meter per vrijstaande woning schering en inslag, waardoor 100 meter riolering amper een vijftal woningen bedient. In een straat met aaneengesloten rijhuizen over de zelfde lengte kunnen daarentegen tot wel zestien huishoudens aangesloten worden. Bij appartementen is het verschil zelfs nog veel groter. Voor een woning in lintbebouwing bedragen de meerkosten ongeveer 10.000 euro per aansluiting ten opzichte van een woning in de bebouwde kom. Voor heel Vlaanderen zou het gaan om een meerkost van ongeveer 1,8 miljard euro.

Bij rekeningwonen betaal je meer of minder, afhankelijk van hoeveel je woning kost voor de samenleving

Daarom wordt er steeds meer nagedacht over een systeem van ‘rekeningwonen’. Zoals je bij rekeningrijden een heffing per afgelegde kilometer betaalt voor de kosten die dat met zich meebrengt (wegenonderhoud, kosten van files,...), betaal je ook bij rekeningwonen meer of minder, afhankelijk van hoeveel je woning kost voor de samenleving.

Druppel op een hete plaat?

Of een belastingverlaging veel effect zal hebben op onze ruimtelijke wanorde blijft toch een beetje een vraagteken. Zal iemand verhuizen voor een paar honderd euro minder belastingen? In vergelijking met de aankoopprijs van een grond of een woning geven die kosten waarschijnlijk niet de doorslag. Bovendien is er een groot overaanbod aan onbebouwde bouwgronden, onder meer in woonuitbreidingsgebieden. Dat zal met deze belastingsvermindering niet opgelost worden. Daarvoor moet de overheid die gronden een ander doel geven en een compensatie betalen aan de eigenaars.

Bovendien is de belastingverlaging een gevoelige kwestie voor de gemeenten, die het nu al financieel moeilijk hebben. Besparingen zijn alomtegenwoordig. Als ze de opcentiemen op de onroerende voorheffing verlagen, hebben ze ook minder inkomsten. En laat nu net deze opcentiemen één van de belangrijkste inkomstenbronnen zijn voor gemeentebesturen. Voor alle gemeenten samen zijn deze opbrengsten jaarlijks goed voor circa 2,3 miljard euro. Een goed plan is dus geen overbodige luxe.

Erik Grietens werkt al 20 jaar voor Bond Beter Leefmilieu en bouwde in die tijd een ruime expertise op over ruimtelijke ordening. Hij is ook auteur van het boek Vlaanderen in de knoop dat een uitweg beschrijft uit de ruimtelijke wanorde.