Vervallen rijhuis wordt moderne urban jungle

Astrid en Ronald kozen voor een ruime keuken met veel licht.

Astrid en Ronald wonen in een leuk rijhuis in Kessel-Lo. Zonder garage, maar met ruime fietsenstalling. Zonder gipspleister en PUR, maar met natuurlijke en gerecycleerde bouwmaterialen en véél planten. Zij kozen voor een grondige verbouwing van een oud, schimmelig huis en dat deden ze voornamelijk zelf: van het uittekenen van de plannen tot het leggen van de vloeren.

Waarom ​​hebben jullie gekozen om​ duurzaam t​e verbouwen? Wat vonden jullie belangrijk?

Astrid: “We zijn allebei begaan met klimaat en milieu, en hechten er belang aan dat onze voetafdruk niet hoger is dan noodzakelijk. Onze levensstijl is ecologisch, maar ons huis moest ook een zo laag mogelijke voetafdruk hebben, zowel qua energieverbruik als qua productie van de gebruikte materialen. Bovendien wilden we een gezond huis, met natuurlijke materialen die een gezond binnenklimaat ondersteunen. Deze principes hebben niet alleen een invloed gehad op de materiaalkeuzes, maar ook op de planopbouw van de woning. Ik ben ingenieur-architect van opleiding en Ronald is burgerlijk ingenieur, dus we konden de plannen helemaal naar onze ecologische hand zetten en ook veel zelf uitvoeren.”

De woonkamer op de eerste verdieping

Wat was een eerste uitdaging bij jullie renovatie? 

Astrid: “Een huis vinden om te verbouwen was al een hele opgave. We waren specifiek op zoek naar een woning die we grondig en duurzaam konden renoveren. Geen half werk. De aankoopprijs moest dus laag genoeg zijn om voldoende budget over te houden. Nu zijn de prijzen om en rond Leuven helemaal hallucinant, maar zes jaar geleden was het ook al geen evidentie om een huisje te vinden. Zelfs voor krotten lag de vraagprijs enorm hoog. Omdat het zoeken via de gangbare kanalen ons na een half jaar nog niets had opgeleverd, hebben we het over een andere boeg gegooid: we hebben de lijst van leegstaande panden opgevraagd bij stad Leuven, deze allemaal uitgezet op een kaart en vervolgens een fietstocht uitgestippeld langs de huizen die we het meest interessant vonden. Daarvan hebben we de eigenaars opgevraagd bij het kadaster en die gecontacteerd met de vraag of ze niet wilden verkopen. De vorige eigenaar van ons huis was inderdaad geïnteresseerd. Hij had het huis vier jaar eerder geërfd en had de tijd nog niet gemaakt om het huis leeg te maken en te koop te zetten. Er lag zelfs nog eten in de frigo van vier jaar geleden.” 

“Het huis was volledig onderkomen: een lek in het dak had schimmelvlekken en rotte vloerbalken veroorzaakt, in de veranda liep het water over de muren waardoor er mos groeide en de tuin was compleet overwoekerd. Daardoor konden we het huis onder de gangbare prijs kopen - de vochtschade deerde ons niet aangezien we hoe dan ook een grondige verbouwing in gedachten hadden. Het originele huis dateert van 1936, met de gebruikelijke kenmerken die we flink moesten aanpakken: geen isolatie, enkel glas, koterijen, verwarming op stookolie en werkelijk overal tapijt.”

De atypische opbouw zorgt voor een betere energie-efficiëntie 

Een atypisch plan voor een rijhuis
Astrid: “We hebben ervoor gekozen om de hele achtergevel op 12 meter diep te bouwen in plaats van een uitbouw op het gelijkvloers tot de gebruikelijke 15 m. Zo neemt de woning niet alleen minder grond in beslag - waardoor er meer plaats is voor tuin en regenwaterinsijpeling - maar is de woning ook compacter, met een positieve invloed op de energie-efficiëntie en warmtevraag. Dat de gelijkvloers daardoor kleiner is, is geen probleem: de leefruimte bevindt zich op de eerste verdieping en is met de keuken en eetruimte verbonden via een grote vide”

“Ook de voorgevel heeft een atypische lay-out. Aangezien wij geen auto bezitten en ons vooral met de fiets verplaatsen, vonden wij het belangrijk om een goede stelplaats te hebben voor onze fietsen. Bij een rijwoning is dit meestal niet evident, maar we hebben dit opgelost door een deel van de voorgevel op het gelijkvloers te laten inspringen. Zo hebben we een overdekte inkom die plaats biedt aan een vijftal fietsen.”

Hebben jullie gekozen voor duurzame​ materialen​ en waarom?

“Duurzame materialen waren voor ons prioriteit: gerecycleerd, hernieuwbaar, zonder grote CO2-uitstoot. Daarom kozen we ervoor om alle nieuwe delen op te trekken in houtskelet. Houtskeletbouw heeft niet alleen een lager waterverbruik tegenover de traditionele bouwmethode, de productie van hout heeft bovendien een veel lagere CO2-uitstoot. Daarnaast is ons huis volledig geïsoleerd met materialen gemaakt van gerecycleerde grondstoffen. Bij de isolatie onder onze vloerplaat, waren petrochemische isolatiematerialen uitgesloten, en zo zijn we uitgekomen bij granulaten van gerecycleerd glas. De muren en het dak zijn geïsoleerd met cellulose - gerecycleerd krantenpapier. De vloer boven de kelder en het dak zijn geïsoleerd met houtvezelplaten, gemaakt van houtoverschotten. Ook de houtskelet binnenmuren zijn opgevuld met houtwol-isolatie.”

“Daarnaast hebben we voor een natuurlijke leempleister gekozen, in plaats van de traditionele witte gipspleister. Leempleister is ademend en laat toe om vocht op te slaan bij hoge relatieve vochtigheid binnen en weer af te geven bij een lagere vochtigheid. Dit effect draagt bij aan een stabiele vochtigheid en een gezond binnenklimaat. Dat merken we ook in de praktijk: de spiegels in onze badkamer dampen bijvoorbeeld nooit aan, en de relatieve vochtigheid binnen is in de winter nooit te laag, in de zomer nooit te hoog. Bovendien kan een leempleister meer warmte opslaan dan een gipspleister, wat van pas komt bij onze muren met wandverwarming.”

“De houtskeletwanden hebben we afgewerkt met gipsvezelplaten (Fermacell), die ecologisch meer verantwoord zijn dan de gangbare gipskartonplaten (Gyproc). Gipsvezelplaten zijn bovendien sterker en hebben een betere akoestische isolatie, waardoor een dubbele beplating niet nodig is. Ook voor de verdiepingsvloeren hebben we gekozen voor Fermacell vloerelementen in de plaats van chape. Die laatste heeft immers een veel hoger waterverbruik en CO2-uitstoot.”

“Ook in het interieur hebben we zo veel mogelijk gekozen voor duurzame materialen en zijn we daar zelf mee aan de slag gegaan: de leem hebben we zelf afgewerkt en ook de kurken vloerafwerking op de bovenste verdieping deden we zelf. Onze inbouwkasten zijn van eigen hand en eigenlijk zijn alle meubels van de kringloop. Onze muren kleurden we met natuurverf en in de badkamer werd het prachtige tadelakt geplaatst door Edelhert.”

Hoe verwarmen jullie je woning? Zijn er nog andere duurzame technieken aanwezig? Zijn jullie tevreden?

“De woning wordt verwarmd met een lucht-waterwarmtepomp, die ook instaat voor het sanitair warm water. De keuken en eetruimte (gelijkvloers) zijn voorzien van vloerverwarming, terwijl de leefruimte, bureau/speelruimte en badkamer voorzien zijn van wandverwarming (in de leem). De slaapkamers zijn niet voorzien van verwarming, en daar is ook geen nood aan - de temperatuur zakt er niet onder 18°C. We zijn heel tevreden van de lucht-water warmtepomp. Jaarlijks verbruikt die zo’n 1500 kWh, zowel voor ruimteverwarming als sanitair warm water, wat erg zuinig is. Dit komt uiteraard door de doorgedreven isolatie en compacte bouwvorm maar ook door de sturing: onze woning is uitgerust met domotica (Loxone), die toelaat om zeer gericht te verwarmen wanneer er vraag is en daarbij rekening te houden met eventuele zonnewinsten later op de dag. Bovendien blijft de pomp die het water in de verwarmingsbuizen rondstuurt niet draaien wanneer er geen warmtevraag is.”

“Andere duurzame technieken: een ventilatiesysteem D dat slim gestuurd wordt. Zo wordt er minder energie verbruikt. We hebben sinds kort zonnepanelen en een thuisbatterij. Daardoor kopen we van april tot oktober quasi geen elektriciteit meer van het net, en in de winter draait onze warmtepomp vooral als de zonnepanelen stroom produceren. Onze technieken zijn goed gebundeld in wat wij de ‘technische wand’ noemen, mooi weggewerkt in inbouwkasten. Hierdoor konden we de houten vloerbalken langs de onderzijde zichtbaar laten, en toch alle technieken weggewerkt krijgen”

Elk bouwproces heeft zijn eigen verhaal: hebben jullie grappige, ontroerende of leuke anekdotes? We horen ze graag.

Astrid: “We zijn zo’n 4 jaar bezig geweest met deze verbouwing en vroegen ons toen soms lachend af wat mensen die niet aan het (ver)bouwen zijn doen in hun vrije weekends. Het huis is nog niet helemaal af - het cliché wil dat er nog nergens plinten staan. Intussen hebben we er een dochtertje bij en vragen we ons al helemaal af hoe mensen met kinderen erin slagen om dat te combineren met een verbouwing.”

 

Type constructie

houtskelet met interne isolatie

Jaarlijkse warmtevraag

35 kWh/m2/yr

Hoofdverwarming

lucht-water warmtepomp

Dak- en muurisolatie

28 cm papiervlokken en 4 cm houtvezelplaat

Vloerisolatie

40 cm glasgranulaten

 

Wil je meer informatie weten over deze woning? Bekijk dan ook zeker de fiche!