Frequently Asked Questions

Een antwoord op al je vragen rond Zet 'm op 50

Wil jij weten of jouw woning klaar is voor een warmtepomp, zonder dat je grondig moet verbouwen? Doe dan mee met Zet ‘m op 50. Verlaag de temperatuur van je verwarmingsketel naar 50 graden en ontdek of jouw woning voldoende geïsoleerd of uitgerust is voor een warmtepomp. Bovendien bespaar je meteen heel wat op je energiefactuur.

Met Zet 'm op 50 verlaag je de temperatuur van je cv-ketel naar 50 graden. Zo bespaar je meteen energie en geld, en kom je te weten of je woning geschikt is voor verwarming op lage temperatuur. Heb je vragen? Je vindt hier een antwoord. 

Veel gestelde vragen over Zet 'm op 50, het verlagen van je keteltemperatuur en lage temperatuurverwarming

Is mijn verwarmingsketel geschikt om de temperatuur te verlagen?

Je moet een condenserende of HR-ketel hebben om mee te doen met de 'Zet ‘m op 50'-test. Een HR-ketel is een cv-ketel met een hoog rendement. Deze verwarmingsketel krijgt een hoger rendement doordat het de warmte uit de rookgassen recupereert. Daarbij ontstaat condensaat. Rookgassen bestaan namelijk voor een groot deel uit waterdamp.

Hoe weet je of je een HR-ketel hebt? Ze zijn herkenbaar aan de afvoerleiding van het condensaat naar de riolering. Je kan ze ook herkennen aan het HR top label (gas) en het Optimaz elite label (stookolie).

  • Je kan NIET meedoen als je een oudere atmosferische ketel hebt. Zo’n ketel is niet geschikt om te verwarmen op lagere temperatuur. In zo'n ketel wordt namelijk het condensaat of ontstane vocht niet afgevoerd en zal het de ketel beschadigen.
  • Bij sommige nieuwe ketels kun je zelf de temperatuur niet verlagen. Moderne ketels passen de aanvoertemperatuur van het water aan afhankelijk van de warmtevraag (dat heet moduleren). De aanvoertemperatuur wordt afgestemd op het seizoen, de instelling van de kamerthermostaat en de isolatie van jouw woning. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing (of de installateur) om te zien of je een modulerende ketel hebt en laat de installateur de maximumtemperatuur instellen. Vaak kun je dat zelf niet doen.
  • Als je een cv-ketel hebt met een weersafhankelijke regeling (een zogenaamde buitenvoeler), dan kan je de keteltemperatuur niet instellen. Wel is de stooklijn aanpasbaar. Dit is een stuk complexer. Hier kan de hulp van een installateur gewenst zijn. 
  • Je kan ook NIET deelnemen als je aangesloten bent op een warmtenet. Dan kan je niet zelf de temperatuur bepalen van de warmte die het huis in komt. 

Hoe verlaag ik de temperatuur van mijn cv-ketel?

Hoe zet je de temperatuur van je cv-ketel op 50 graden? Meestal is dat eenvoudig gebeurd, maar de methode verschilt wat voor elke cv-ketel. Dit zijn een aantal manieren om je cv-ketel correct lager te zetten:

  1. Zoek op internet naar ‘[jouw ketel] + temperatuur instellen’ en kijk of je een instructiefilmpje kan vinden.
  2. Pak de handleiding van de ketel erbij en zoek naar: aanvoertemperatuur, instellen, verwarmingstemperatuur. Heb je de handleiding niet meer? Kijk of je hem op internet kunt vinden, bijvoorbeeld op www.handleidingkwijt.com of www.gebruikershandleiding.com.
  3. Op deze pagina hebben we enkele nuttige links naar stappenplannen en instructiefilmpjes verzameld. 
  4. Lukt het met deze tips niet? Vraag een cv-monteur om je te helpen. 

Let op! Verlaag alleen de temperatuur van je verwarmingswater. Verlaag niet de temperatuur van je sanitair water! Sanitair water is het water dat uit de kraan en douche komt. Dit water moet altijd tot 60 graden of warmer verwarmd worden om legionella te voorkomen.

Is het slecht voor je ketel om de temperatuur te verlagen?

In de meeste gevallen niet. Enkel als je een oude atmosferische ketel hebt, kan dit problemen geven. Hier verlaag je de temperatuur beter niet onder de 60 graden. 

Bij hoogrendementsketels en condenserende ketels is het verlagen van de temperatuur nooit een probleem. Deze ketels zijn hiervoor speciaal gemaakt.

Wat wel kan gebeuren - in uitzonderlijke gevallen - is dat de ketel snel achter elkaar aan en weer uit blijft schakelen (‘pendelen’) als de temperatuur is verlaagd. De retourtemperatuur is dan te hoog (die kan je zelf niet instellen). Pendelen gebeurt als er maar weinig radiatoren verwarmd worden en de ketel het minimumvermogen niet kwijt kan. Om te voorkomen dat hij te heet wordt, schakelt hij dan af. Pendelen is niet goed voor de levensduur. Als dit gebeurt, moet de minimumtemperatuur weer worden teruggezet.

Het kan in zulke gevallen voor de ketel beter zijn om niet de (aanvoer)temperatuur te verlagen, maar het vermogen, om het pendelen te voorkomen. Dit doe je best samen met je installateur.

Moet ik mijn woning anders verwarmen met de cv-ketel op lagere temperatuur?

Het opwarmen van je woning kost meer tijd als de temperatuur van de cv-ketel lager staat. Daarom is het verstandig om de temperatuur van je kamerthermostaat 's nachts niet te laag te zetten. Het duurt dan te lang voor je woning 's ochtends weer is opgewarmd. Houd 2 graden verschil aan tussen de dag- en nachtinstelling.

Bijvoorbeeld: overdag op 19 graden en 's nachts en als je niet thuis bent op 17 graden. In een zeer goed geïsoleerde woning volstaat een verlaging met 1 graad. 

Wat als ik een weersafhankelijke regeling heb op mijn cv-ketel?

Heel wat recente CV-ketels werken met een weersafhankelijke regeling. Terwijl een kamerthermostaat een verwarmingsketel stuurt naargelang de temperatuur binnen, houdt een weersafhankelijke regeling ook rekening het weer buiten. Op basis daarvan stuurt de thermostaat de verwarmingstemperatuur aan.

De verwarmingstemperatuur verlagen met een weersafhankelijke regeling doe je door de stookcurve aan te passen. Dat is niet zo eenvoudig. Ondersteuning of een interventie van een professional is vaak nodig. Ook omdat je vaak zelf geen toegang hebt tot de instellingen. Je moet zelf inschatten of je dat de moeite vindt. 

Lees hier meer over het instellen van een weersafhankelijke regeling bij een CV-ketel

Wat als ik niet kan deelnemen aan de test - omdat ik bijvoorbeeld geen geschikte ketel heb - en toch graag wil weten of een warmtepomp een optie is?

Stel, je wil meedoen met Zet ‘m op 50 maar je ketel is niet geschikt. Hoe kan je dan toch te weten komen of een warmtepomp iets voor jou is? ODE Vlaanderen stelde een beslissingsboom op die je goed op weg kan zetten. Wij hebben de beslissingsboom samengevat in 3 vragen. Ontdek hem hier. 

Wat als ik onmiddellijk merk dat ik het niet comfortabel krijg in huis?

Ervaar jij minder comfort tijdens deze test? Ook als het nog niet heel koud is geweest? Dan is je woning waarschijnlijk nog niet klaar voor een warmtepomp. Je woning zal sowieso extra ingrepen vragen:

  • Als je woning matig geïsoleerd is, investeer je beter eerst in isolatie en in een afgiftesysteem op lage temperatuur voordat je je ketel verwijdert.
  • Als je woning matig geïsoleerd is, maar een vervanging van een ketel zich opdringt, dan kun je kiezen voor een hybride warmtepomp als tussenoplossing. Je kunt zo ongeveer 60% besparen op gas of stookolie. Maar ook dan zul je op korte termijn moeten (bij)isoleren en/of je warmteverdeling aanpassen.

Je gaat dan best langs bij een provinciaal steunpunt duurzaam bouwen en wonen waar je - gratis, of voor een kleine prijs - professioneel en onafhankelijk advies op maat kan krijgen.

Wat zijn de voordelen van mee te doen met Zet ‘m op 50?

Door je verwarmingsketel terug te zetten op 50 graden, bespaar je sowieso al veel energie. Cv-ketels worden standaard ingesteld op 80 graden. Met 50 graden kan je het ook perfect comfortabel warm krijgen in je woning, maar valt je energierekening een stuk lager uit. Je mag rekenen op een reductie van zo’n 10 procent. 

Bovendien kom je te weten of je woning geschikt is voor duurzame verwarmingstechnieken op lage temperatuur. Een warmtepomp levert bijvoorbeeld een temperatuur van tussen de 35 en 55 graden, en ook dat scheelt enorm veel energie. Als je woning comfortabel blijft, dan weet je dus dat je zonder grote renovatiewerken kan overstappen op een warmtepomp. 

Ook als je woning niet comfortabel warm blijft, weet je dat je woning niet voldoende geïsoleerd is of dat je warmteverdeling beter moet. Zet ‘m op 50 is dus een ideale manier om gratis een inzicht te krijgen in hoe jouw woning presteert en wat de vervolgstappen kunnen zijn om energie te besparen. Na de test krijg je namelijk advies op maat.

Meld je aan!

Wat is lage temperatuurverwarming?

Lage temperatuurverwarming betekent dat het water dat door de radiatoren of verwarming stroomt slechts 35 tot 55 graden warm is, in plaats van 60 graden of meer, zoals vaak het geval is bij klassieke verwarming met radiatoren. Lage temperatuurverwarming heeft een paar belangrijke voordelen: je woning wordt gelijkmatiger warm, het kost minder energie én het is duurzamer. Om het warm te hebben in een huis met lage temperatuurverwarming, moet je huis goed geïsoleerd zijn en moet het warmteafgiftesysteem (radiatoren of vloerverwarming) voldoende warmte afgeven.

Heb ik vloerverwarming nodig voor verwarming op lage temperatuur?

Er werd lang gezegd en gedacht dat je woning optimaal geïsoleerd moest zijn en dat je vloerverwarming moest hebben voordat je een warmtepomp kon aansluiten. Daar stappen we steeds meer vanaf. Waarom? Enerzijds presteren warmtepompen steeds beter en anderzijds zijn fossiele brandstoffen een stuk duurder geworden, waardoor het steeds interessanter wordt om te verwarmen met een warmtepomp. 

Wel is het zo dat je afgiftesysteem van je verwarming groot genoeg moet zijn als je comfortabel en efficiënt wil verwarmen op lage temperatuur. Denk hierbij aan radiatoren, convectoren, wandverwarming en dan natuurlijk ook vloerverwarming. Maar heel wat oude radiatoren zijn geschikt voor lage temperatuurverwarming. Vroeger was het de gewoonte om de radiatoren te overdimensioneren, daarom zijn je bestaande radiatoren dus wellicht voldoende om te kunnen verwarmen op lage temperatuur. Wil je daar achter komen? Doe dan mee met Zet ‘m op 50. Blijft je woning comfortabel warm als je je cv-ketel op 50 graden zet? Dan ben je zonder ingrijpende werken klaar voor een warmtepomp.

Meld je aan!

Veel gestelde vragen over warmtepompen

Een warmtepomp kiezen: lucht of bodem als bron?

Een warmtepomp haalt warmte uit de lucht, grondwater of bodem en geeft die in huis af, waardoor het binnen lekker warm wordt. Ook als het buiten koud is, kan de warmtepomp warmte uit de buitenlucht onttrekken. Met elektriciteit wordt die warmte dan op de juiste temperatuur gebracht. De meeste Vlamingen kiezen voor een lucht-waterwarmtepomp. Deze zijn goedkoper en makkelijker te installeren als een warmtepomp die zijn warmte haalt uit de bodem. Een bodemwarmtepomp is dan wel efficiënter in zijn gebruik, de meerkost is vaak moeilijk terug te verdienen. Zeker als dat extra geld geïnvesteerd wordt in meer isollaie of zonnepanelen. In grotere projecten zijn bodemwarmtepompen vaker meer aangewezen. 

Lees hier meer over de voor en nadelen van elk systeem.

Wat is het rendement van een warmtepomp?

Het rendement van je warmtepomp hangt af van het type warmtepomp. Het rendement van een warmtepomp wordt vaak uitgedrukt in COP, de Coefficient of Performance. Een gemiddelde warmtepomp haalt een COP van 4 à 5. Dat betekent: 1 eenheid stroom wordt omgezet in 4 tot 5 eenheden warmte. Dat is een theoretische waarde. Zo ligt het rendement bijvoorbeeld lager wanneer er een groot temperatuurverschil is tussen de bron (buitenlucht, bodem,...) en het afgiftesysteem (vloerverwarming of radiatoren). Er zijn daarom betere manieren om het rendement te beoordelen, zoals de SCOP. Maar dat is zeker niet de enige indicator:

  • COP: het theoretisch rendement van een warmtepomp bij een vaste bron- en afgiftetemperatuur
  • SCOP: de prestatie van het warmtepompsysteem gedurende een volledig jaar 
  • Etha-factor: een percentage waarmee je het rendement van een warmtepomp kan vergelijken met dat van andere verwarmingstoestellen
  • Energielabel: een label A tot F die we ook kennen van huishoudelijke toestellen
  • Pakketlabel: hoe goed een warmtepomp presteert in combinatie met andere toestellen (bv. zonnecollectoren)

Lees hier meer.

Wat bepaalt het werkelijke rendement van een warmtepomp?

Bepaalde (plaatselijke) omstandigheden hebben invloed op het werkelijke rendement van je warmtepomp, waardoor het rendement kan verschillen van de theoretische waarde. Deze factoren spelen mee:

1. De isolatiegraad en luchtdichtheid van je woning
Als je woning matig geïsoleerd is en er veel warmte ontsnapt via kieren, ramen en deuren, dan moet je warmtepomp harder werken. Waarom? Omdat er een hogere watertemperatuur gehaald moet worden om je huis warm te krijgen. Dit gaat ten koste van het rendement.

2. Het verdeelsysteem
Verwarming op lage temperatuur - zoals vloer- of wandverwarming - heeft ook een lagere aanvoertemperatuur nodig dan klassieke radiatoren. De warmtepomp kan zo op een lagere temperatuur werken om je warmteafgiftesysteem te voeden, wat het rendement uiteindelijk verhoogt. 

3. De brontemperatuur
Een warmtepomp onttrekt energie uit de bodem, water of lucht en zet die om naar bruikbare warmte voor je verwarming en sanitair warm water. De bodem heeft een vrij constante temperatuur, terwijl de temperatuur van lucht sterk fluctueert - tot zelfs onder het vriespunt. Gemiddeld ligt de buitentemperatuur tijdens het stookseizoen lager dan de temperatuur van de bodem waardoor de efficiëntie van een lucht-waterwarmtepomp gemiddeld iets lager ligt dan die van een bodem-waterwarmtepomp.

4. Het sanitair warmwaterverbruik
Warm water voor keuken en badkamer moet warmer worden dan dat voor je verwarming. Maar hoe hoger de watertemperatuur, hoe minder efficiënt de warmtepomp. Waar de meeste boilers water op 60°C opslaan, doet een warmtepomp dat op 50 à 55°C omwille van de efficiëntie. Om legionellabesmetting te voorkomen gaat de boiler dan één keer per week op hogere temperatuur. 

5. Het klimaat
In zuiderse landen ligt het rendement van een warmtepomp hoger dan bij ons, door de hogere gemiddelde temperatuur van de buitenlucht. Een warmtepomp krijgt per klimaatzone daarom een ander energielabel. 

Hoe zit het met het geluid van een warmtepomp?

De buitenunit van een warmtepomp die zijn energie uit de buitenlucht haalt, maakt geluid, net als een airco. De buitenunit van een warmtepomp produceert ongeveer 40 dB aan geluid. Ter vergelijking: een vaatwasser haalt ongeveer 50 dB en een voorbijrijdende auto ongeveer 85 dB. Als je hem slim plaatst, hebben jij en je buren daar waarschijnlijk geen last van. 

Sommige warmtepompmodellen presteren wel opmerkelijk beter dan andere. Het is daarom aan te raden om de technische specificaties na te lezen als je een model kiest. 

Lees onze tips over hoe het geluid van een warmtepomp te verminderen

Heb je nog een andere vraag? Stuur een mailtje naar info [at] ecobouwers.be, we helpen je daar graag verder.